29 augustus 2013

pruimenchutney

Zoals ik hier al schreef heb ik vandaag (letterlijk en figuurlijk) mijn tanden gezet in het klaarmaken van een voorraadje pruimenchutney. Alle ingrediĆ«nten in huis, en niet in de laatste plaats een voorraad superrijpe pruimen, vraagt om snelle actie.

Chutneys maken klinkt ingewikkeld, maar eigenlijk valt dat best mee. Het kost vooral wat tijd en voorbereiding.

Nodig:

ongeveer 1 kilo rijpe pruimen (ik kwam tot 800 gram), ontpit
hetzelfde gewicht in moesappels (bijvoorbeeld goudreinetten), in stukken
4 uien, in dunne ringen gesneden
gember, ongeveer 4 centimeter in fijne stukjes gehakt
1 eetlepel mosterdzaad of grove mosterd
2 knoflooktenen, geperst
1 eetlepel zout
400 ml rode wijn azijn
400 gram bruine basterdsuiker


Bereidingswijze:
Neem een flinke pan, zo'n beetje de grootste die je hebt. Doe daarin de pruimen, appelen, ui, gember, mosterd, knoflook en zout en breng dit zachtjes aan de kook.

Zodra de boel redelijk tot moes is gekookt (afhankelijk van de smaak laat je het wat langer koken voor een fijnere of korter voor een grovere structuur), voeg je de suiker en de azijn toe

Laat de boel daarna nog drie kwartier tot een uur sudderen zodat het wat indikt

Maak in de tussentijd (weck)potten goed schoon. Dat kan met kokend water, maar in de vaatwasser op een heet programma is ook goed.

Vul de potten met de chutney en sluit ze goed af

Laat ze vervolgens (als je die discipline hebt!) zes weken op een donkere koele plaats rusten voor je ze in gebruik neemt.

Chutneys zijn lekker bij kazen, stoofpotten, maar ook gewoon op brood of als zoet-zure toevoeging bij een maaltijd.
bijna klaar! (je ziet: ik houd de stukken liever grof)

en we kunnen weer even vooruit...